Achtergrond

Lzeen en shicrejvn is neit voor iereeden vezlafneksprend

Nederland telt 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder die grote moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen. Zij zijn laaggeletterd. De meerderheid van deze groep is in Nederland geboren.

Laaggeletterdheid is vaak onzichtbaar omdat mensen zich ervoor schamen en het probleem verhullen. Laaggeletterdheid begint met een taalachterstand op jonge leeftijd en raakt aan levensdomeinen zoals geld, gezondheid en werk. Laaggeletterden zijn vaker (langdurig) arm dan niet-laaggeletterden, hebben vaker schulden, gezondheidsproblemen, hun arbeidsmarktpositie is minder gunstig. Als je niet goed kunt lezen en schrijven ben je in veel opzichten minder zelfredzaam.

Bron: Stichting Lezen en Schrijven

Digitale basisvaardigheden en de rol van de Bibliotheek

Van mensen wordt verwacht dat ze zelf verantwoordelijkheid nemen en dat ze hun zaken zelf kunnen regelen. Om deel te kunnen nemen aan de samenleving is een minimum aan digitale vaardigheden vereist.

Echter, ongeveer 840.000 Nederlanders zijn niet vaardig genoeg om bijvoorbeeld zaken met de overheid online te regelen of hebben er de middelen niet voor.

Bibliotheken willen met hun aanbod op het gebied van lezen en leren burgers in staat stellen om digitale basisvaardigheden te verwerven en te behouden zodat zij zelfredzaam worden en actief kunnen participeren in de hedendaagse samenleving.

Uit: ‘Basisvaardigheden Netwerkplan 2016-2018’ van de Koninklijke Bibliotheek

Waarom voorlezen?

Een van de meest effectieve manieren waarmee ouders de taalontwikkeling van hun kind kunnen bevorderen is voorlezen. Om taal te leren zijn jonge kinderen afhankelijk van wat zij om zich heen horen. Jonge kinderen kunnen immers nog niet lezen, dus alle taal die zij leren, is taal die via de oren naar binnen komt.

Onderzoek vergeleek baby’s die al op de leeftijd van 8 maanden werden voorgelezen met baby’s die niet werden voorgelezen. Op de leeftijd van 15 maanden kenden de baby’s die wel werden voorgelezen significant meer woorden dan de baby’s die niet werden voorgelezen. Op de leeftijd van 22 maanden was het effect van voorlezen zelfs nog toegenomen.

En de effecten van voorlezen zijn ook op latere leeftijd zichtbaar. Uit onderzoeksresultaten blijkt dat kinderen op vijfjarige leeftijd verder waren in hun taalontwikkeling als zij dagelijks werden voorgelezen, vaak naar de Bibliotheek gingen en liedjes en rijmpjes leerden. Vervolgonderzoek op de latere meetmomenten laat zien dat de effecten voortduren in het basisonderwijs, met name op lezen op zevenjarige leeftijd en op schrijven, spellen en begrijpend lezen op elfjarige leeftijd.

Uit: ‘Meer voorlezen, beter in taal’ van Kunst van Lezen

Fake news?

Media zijn overal. En hun impact op ons dagelijkse leven – wonen, werken, kopen, zorgen, genieten en leren – wordt steeds groter.

Om maximaal gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die media bieden en om deel te kunnen nemen aan de nieuwe samenleving, moeten we beschikken over bepaalde competenties die ons mediawijs maken. Veel scholen zien het dan ook als hun opdracht om leerlingen mediawijs te maken en bieden hun leerlingen medialessen aan, dit kan in samenwerking met de Bibliotheek. Leerlingen leren: hoe media wordt gemaakt, hoe de media de werkelijkheid kleuren, informatie vinden en verwerken, participeren in sociale netwerken en reflecteren op eigen mediagebruik.

Bron: www.mediawijsheid.nl